Expect the Unexpected: Papua New Guinea

Papoea 2 –  4 juli 2017

Papoea-Nieuw-Guinea, Orotaba Village, 02 juli 2017


Wij pakken ondertussen onze tassen en wandelen de heuvels in naar Orotaba village voor onze volgende overnachting bij de locals. De oudste zoon van chief Lancelot brengt ons. Dus eigenlijk worden we gebracht door een prins … romantisch idee toch …, hij is onze gids door het grasland en over riviertjes. Na anderhalf uur wandelen komen we aan bij chief Jackson. We puffen even uit op de veranda terwijl het begint te schemeren en we uitkijken over uitgestrekte fjorden. We missen de lekker zeebries, die de tropische klamme warmte in het Jebo dorp iets aangenamer maakte.

Na het etentje bij kaarslicht gaan we ons even opfrissen. Ook hier hebben we een douche hutje. Gewapend met een zaklamp en een handdoek betreden we het hutje. Eef staat poedeltje naakt haar haren in te zepen, terwijl Kieke de reflectie van meerdere achtoogige puntjes in de gaten houdt als zij de zaklamp heen en weer beweegt. Eef staat niks vermoedend de zeep van zich af te gieten met een halve kokosnoot als waterbakje in het donker. Dat hebben we even zo gehouden … tot ze weer aangekleed was … om daarna een vliegensvlug potje hink-stap twister … één enkele reis door het gat van de deur naar buiten te springen. Ook in ons slaaphutje hebben we een mega grote huisspin als uitsmijter naast de deur, die vriendelijk met ons flirt met één van zijn acht oogjes als we met de zaklamp op hem schijnen. Alle kleren proppen we in onze rugzakjes en doen die goed dicht zodat we niet per ongeluk een verstekeling meenemen. Waarna we snel onder de klamboe kruipen, die we goed instoppen onder de matras.

Na een korte nachtje komt chief Jackson ons om 4:00 wakker maken. Als je de Raggi’s paradijsvogels wilt zien moet je in de donkere nacht op pad, want de Raggi’s zijn letterlijk vroege vogels. Rond zonsopgang (6:30) gaat hij helemaal los met zijn dance moves ergens diep in het donkere oerwoud, hoog in de boomtoppen, op zo’n 1,5 tot 2 uur lopen vanaf het Orotaba dorp.

We stappen de pikdonkere warme klamme nacht in en gaan onze lichtstralen van de zaklamp achterna. Chief Jackson heeft er flink de pas in, terwijl wij vals plat verder de heuvels op en het hoge gras in stappen. We laten de kleine oranje lichtpuntjes, de vuurtjes die in de hutjes branden, al snel achter ons. Tussen de donkere regenwolken knipogen talloze sterren naar ons. Het gras wordt steeds hoger en het paadje steeds smaller en gladder. Wij glibberen lekker door het gras wat inmiddels tot ver boven ons hoofd rijkt, achter chief Jackson aan. Hij lijkt nergens last van te hebben en loopt met zijn mega platvoeten en tenen die vastgrijpen in de modder stevig door.




Het grasland gaat naarmate we verder de heuvels in lopen over naar planten, struiken en kleine bomen. Inmiddels is er geen ster meer te bekennen en vallen de eerste grote druppels naar beneden, die het begin van een goede tropische bui aankondigen. We trekken snel onze poncho’s aan om de cameratas zo goed mogelijk te beschermen tegen de hevig stortbui. Maar ja, een regenwoud in wandelen zonder een goede bui zou geen echt regenwoud ervaring zijn. De regen gutst langs ons gezicht en er lopen straaltjes water van de poncho. Gelukkig loopt het water lekker weg door onze open watersandalen, terwijl het paadje spekglad wordt en wij door het bos slippen. We komen steeds dieper in het regenwoud en inmiddels is er nergens meer een pad te bekennen. Chief Jackson zwiept met zijn mega kapmes van links naar recht en maakt de route die we af moeten leggen wat begaanbaarder. Heuvel op klauterend, heuvel afglijdend, balancerend langs het ravijn, klimmend over boomstammen en wadend door de rivier. We zijn in een echte jungle expeditie beland. Gelukkig is het regenen gestopt en komt het eerste ochtend licht door de bomen vallen. Inmiddels wordt ook duidelijk dat een nachtelijke expeditie in het regenwoud van Papoea niet voor watjes is. Het zweet gemengd met regen loopt in straaltjes van onze ruggen, onze broeken zitten tot kniehoogte helemaal onder de bagger en onze pocho’s heb wat ventilatie gaten gekregen door het gehaak aan doorns en takken.

 



Dan houdt chief Jackson ons staande, hij luistert, speurt de boomtoppen af en legt zijn vingers op zijn lippen … de Raggi is hier ergens in de buurt … Hij wijst een aantal bomen aan waar deze paradijsvogel graag zijn laatste moves showt. We proberen ons zo geruisloos mogelijk door het bos te verplaatsen. Wat nog een hele opgave is met al die bladeren en takken op de oerwoudbodem. In de verte horen we al zijn goed gebekte voice. Alleen zorgt het dikke bladerdek er nog voor dat het een hele klus is om hem dan ook in zicht te krijgen. Uiteindelijk krijgen we hem in het vizier bij een open plek in het bladerdek. Hij is vrij schuw en heeft wat podiumvrees bij onbekende, dus stellen we ons zo verdekt mogelijk op en gaan in de schaduw van een boom zitten op onze poncho, terwijl we omhoog turen voor een nieuwe dance battle in “So you can think you can dance” op grote hoogte. Ook het vrouwelijk jurylid is inmiddels aan komen vliegen en zit vol spanning heen en weer te schuiffelen op een tak. Dan gaat onze bos-breakdancer helemaal los, met de laatste nieuwe moves van het bladerdek te midden van een grandioos groen decor. Hij staat ook zijn preformance vocaal bij … er wordt gehopt, gehipt, gedisplayed, gedept, gedanced, gemoved, geshowed en geslided van tak naar tak en van top naar top op de beat van de voice. Ook het jurylid beweegt lekker mee om hem goed te kunnen beoordelen van alle kanten. Na een half uurtje houd hij het voor gezien en heeft de jury even bedenktijd nodig of hij door mag naar de volgende ronde van morgen.

Wij rapen onze spullen bij elkaar en beginnen met een stijve nek en een hoop mega mieren als verstekeling op de tas aan de terugtocht naar de bewoonde wereld. Gelukkig trekt de lucht een beetje open en vallen er zonnestralen door het bos. De damp trekt op waardoor het bos er erg mysterieus en sprookjesachtig uitziet. Pas als we alweer een stuk op weg terug zijn beseffen wij ineens wat voor bizarre jungle tocht we hebben gehad als we uitkijken over een oneindig oerwoud aan de rand van een diep ravijn. Ademloos kijken we naar de damp die langzaam omhoog stijgt uit het oerwoud. Dit is vast één van de meest afgelegen plekken waar we ooit geweest zijn. De flanken naar beneden wandelen in het licht is een stukje aangenamer, dan in de stromende regen, het donker en berg op.



De vrouw van chief Jackson heeft een fruit ontbijtje klaarstaan als we weer aankomen in Orotaba village. We pakken onze spullen uit het hutje, terwijl onze achtpotige uitsmijter deze morgen in geen velden of wegen te bekennen is. Daarna wandelen we terug over de rug van de groene landtong naar Jebo village, waar we met veel liefde afscheid nemen van ons bijzondere gastgezin en de boot ons terugvaart naar Tufi.

’s Avonds is er een gezellig weerzien met Jimmy en Stephanie, die ons de prachtige foto van de Jebo stam bij de waterval laten zien. We kletsen weer honderd uit met elkaar en zo komen we ook op het masker festival van Kokopo waar wij heen gaan. Nou, daar hebben zij ook wel oren na. Dus de vlucht naar Kavieng waar ze heen zouden vliegen wordt nu onderbroken met langere tussenstop op Kokopo; voor de gemaskerde Tolai die ’s ochtends aankomen over zee, voor de nachtelijke fire dance en de culturele dansen.

Papoea-Nieuw-Guinea, Port Moresby, 03 – 04 juli 2017

Bij het ontbijt wordt er gelijk geboard. De tassen gaan weer op de weegschaal, worden getagged en in de oude jeep gelegd. Er is iets wat onduidelijkheid over de vertrektijd van het vliegtuigje vandaag, aangezien iedereen een andere tijd op zijn ticket heeft staan. Na een korte uitleg komen we tot de conclusie dat Tufi resort gebeld wordt als het vliegtuig wegvliegt, wij vervolgens de lucht in de gaten moeten houden en gewoon klaar moeten staan voor als we het vliegtuigje horen overvliegen. Dan moet je als de speer naar de airstrip met de jeep, waar de kids weer van het grasveld afgejaagd worden, wij langs het hutje met het bord ‘international airport’ lopen en hup het vliegtuig in.



Een bejaarde man en vrouw op bloten voeten stappen ook in en kijken nogal verrast … ze hebben nog nooit in een vliegtuig gezeten, maar vliegen naar Port Moresby voor een ziekenhuisbezoek. We helpen ze even met de vliegtuigriemen vast te maken. Tijdens het opstijgen knijpt de oma bijna de leuning fijn, maar daarna staart ze vol verwondering naar het steeds kleiner worden landschap onder haar.

In Port Moresby nemen wij afscheid van Jimmy en Stephanie, die een vervolg vlucht hebben naar de volgende bijzondere stam. Wij worden door Naville opgewacht, die ons bij de Raintree lodge dropt. Een prima optrekje om even lekker bij te komen. ’s Midddag gaan we naar het Nature Park. Er zijn daar prachtige grote volières waar je doorheen mag wandelen en zo de paradijsvogels van dichterbij kunnen bewonderen. Onze jungle expeditie was echt top, maar de foto’s bagger, omdat hij zo ver weg hoog in de boomtop zat met heel slecht weer…. Dus poging 2 voor een fatsoenlijke foto van de prachtige paradijsvogels…




De paradijsvogel komt niet aan zijn naam door zijn paradijselijke verendracht, maar door een mythe uit de 16de eeuw. De handelsschepen namen opgezette paradijsvogels mee naar Europa. Het gekke was alleen dat ze geen poten, vleugels en staartveren hadden. De Papoeanen trokken soep van de pootjes, en de veren gebruikte ze zelf voor de ceremoniële hooftooien. Daarnaast fungeerde veren en schelpen als een waarden middel. Zo maakte de zeelui het verhaal, dat deze vogels nooit op takken zaten en niet konden vliegen, maar zweefde op de wolkendauw die uit het regenwoud opsteeg in de ochtend. Een soort engel zonder vleugels, die leefde in het paradijs.




Je zou het niet verwachten, maar de paradijsvogel is familie van de saaie zwarte kraai. Paradijsvogels hebben geen natuurlijk vijanden, wat erin resulteerde dat er een doorgeschoten seksuele selectie ontstond en er alleen gepaard werd met de knapste en kleurrijkste vogels. Zo werden ze steeds mooier, kleurrijker, kregen langere veren of gekke uitstekende draden en verenkroontjes… want deze bijzondere eigenschappen vielen erg in de smaak bij de vrouwtjes. De meeste paradijsvogels zijn polygaam, dus hoe mooier je verenkleedje, hoe meer je in de smaak bij de chickies viel. Maar hoe vind je een vrouwtje in zo’n mega jungle? Allereerst natuurlijk een verleidelijke lokroep, om überhaupt de aandacht van een vrouwtje te trekken. Daarnaast moet je de verschillende dance moves kunnen showen in combinatie met de juiste verenkostuums en verkleed acts.


Er is zelfs een paradijsvogel, die een soort van guerrilla recruitment houdt. Van heinde en ver imponeert hij de vrouwtjes met zijn geluid dat lijkt op een mitrailleur. Een Nederlandse specht is er niks bij.

Natuurlijk komen niet alleen de vrouwtjes op de goed gebekte voice van het mannetje af, maar ook de andere stoere mannetjes, die wel in zijn voor een ‘dance battle’ op hoogste niveau…

De prachtige veren, het dansen en de geluiden van de paradijsvogels hebben ertoe geleid dat de Papoeanen geloven dat de paradijsvogels de huisdieren van de Goden zijn/waren. Daarnaast vielen de mooie veren ook in de smaak bij de verschillende stammen, waardoor er op ze gejaagd werd. De veren werden gebruikt voor het maken van hoofdtooien of ceremoniële kostuums. De mooie veren vielen de kolonisten ook op, waardoor de veren erg gewild waren in de overzeese gebieden in de 20ste eeuw (voor de verfraaiing van jurken en hoeden). De paradijsvogelpopulatie liep drastisch achteruit door de jacht en de handel. Gelukkig kwam er in 1922 een handelsverbod. Voor stropers is paradijsvogels vangen een hele klus. De paradijsvogels leven hoog in de boomtoppen van de mega hoge bomen in de dichte jungle, vaak in de afgelegen gebieden en kun je ze alleen maar vinden als je met de locals op zoek gaat.






De Papoeanen zijn heel erg zuinig op hun veren. Zo worden de hoofdtooien overgeërfd en worden er alleen voor sommige ceremonies vogels gevangen. De verschillende stammen vormen op deze manier geen bedreiging voor de populatie. Daarnaast zorgt de polygamie van deze vogels voor vele nakomelingen, waardoor het nu weer goed met ze gaat.

Een dove jongen, die bij het Nature Park werkt helpt ons om verschillende kleurrijke paradijsvogels te vinden, want zelfs in de jungle volière is dat een hele klus. We nemen lekker de tijd en krijgen de Raggi’s paradijsvogel ook dansend te zien. We spotten nog prachtige andere vogels, de cassowary’s en een boomkangeroe.



De volgende dag brengen we een bezoek aan het Natural History Museum van Port Moresby, waar je van de verschillende stammen hun maskers en tooien kunt bewonderen. In Papoea leven namelijk nog meer dan 800 verschillende stammen met hun eigen cultuur, maskers en taal.

Ook gaan we even langs de luchthaven om ons ticket om te zetten. De volgende keer hoeven we niet zo lang in Port Moresby te zijn. We hebben gezien dat als wij de 12e  hier weer aankome,n na een rondje binnenland en hoogland en toch een vlucht gelijk doorgaat naar Kokopo. Ondanks dat we al weten dat we de aankomst van de verschillende stammen vanuit zee in Kokopo niet gaan halen kunnen we zo nog wel op tijd komen voor de fire dance.




Het gaat weer vrolijk op z’n Afrikaans. Suzy onze nieuw BFF hebben we aan het werk gezet en zij is met ticket aan goochelen. Voor een bakkie koffie, een stuk chocolade, een big smile en een paar dollars kun je alles regelen, zo lijkt het. Suzy heeft alles rond alleen de baas moet nog ff akkoord geven, maar die is in geen velden of wegen te bekennen, maar als Suzy zegt het komt goed … dan komt het goed …. Toch?

Wij gaan terug naar het hotel om onze spullen te herpakken, want we mogen maar 10 kg per persoon meenemen voor de aankomende week. Morgen komt Naville ons halen en dan laten we 1 tas met bagage achter bij hem…

Zelf op reis naar Papoea Nieuw-Guinea? Check de website van All for Nature Travel
afn_logo_en-slogandemooistewildlifereizen

Bewaren

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *