India: 17 – 18 februari 2014
India, Varanasi, 17 – 18 september 2014
We hebben een gaaf hotel, Palace at the Ganges. We krijgen de penthouse en we hebben een prachtig uitzicht over de rivier en de dagelijkse taferelen van Varanasi. Zo even acclimatiseren op rustige hoogte na ons “Jungle Book” avontuur voordat we door de straatverkopers worden belaagd.
Eigenlijk is Varanasi de religieuze hoofdstad van het hindoeïsme. Als je als hindoe namelijk sterft in Varanasi kan je gelijk toetreden tot de “Nirvana” (hemel) en ga je niet het circuit van reïncarnatie in.
Het stikt hier dus van de sterfhuizen en crematie ceremonies. Oude en zieke mensen komen van heinde en ver om hier dood te gaan. We gaan net voor zonsopgang met een bootje de Ganges op. Langs de 6 km lange oever zie je paleizen, tempels en ghats (soort trappen die naar het water open). Er zijn in totaal zo’n 90 ghats, waarvan er 2 burning-ghats zijn. Hier vinden 24 uur per dag lijkverbrandingen plaats.
Als er iemand overlijdt, moet die het liefst binnen 6 uur gecremeerd zijn. Het lijk wordt eerst ritueel gewassen door de geliefden, vervolgens in een doek van ruw wit katoen gewikkeld en daarna gaan er kleurrijke doeken, bloemen en gekleurde poeders overheen. De vrouwen blijven thuis en de mannen nemen het lijk op een bamboe draagbaar mee naar de Ganges. Je hoort de crematiestoet door de smalle staten aankomen terwijl ze een soort van mantra opzeggen.
Bij aankomst dompelen de mannen het lijk onder in de Ganges om het te ontdoen van zonden. Afhankelijk van je kaste en rijkdom onderhandelt de oudste zoon op de burning-ghat over de kwaliteit hout en de prijs. Om een mensen lichaam helemaal te verbranden heb je ongeveer 200-300 kg hout nodig. De laagste kaste bouwt daar dan een brandstapel en legt de overledenen er op en tussen, terwijl de oudste zoon zich gaat wassen in de heilige rivier en zich daarna ook wikkelt in een gewaad van ruw wit katoen. Zijn haren worden afgeschoren op 1 klein plukje na.
Na het was-ritueel (reinheid), steek de oudste zoon de brandstapel aan en dan gaan alle meegekomen mannen op de trappen staan of zitten en kijken ze zo’n 2-3 uur toe tot het lijk helemaal verbrand is.
Row the boat
Er vinden zo’n 10 verbrandingen tegelijk plaats en er ligt letterlijk een rij van wachtende overledenen op de trappen voor de hemelpoort. Hier en daar valt er een been of arm uit het vuur en die wordt dan behendig door de laagste kaste met een bamboe stok terug het vuur in gewipt. Zo nu en dan wordt er ook nog even in het vuur gepord, want als een lijk niet goed verbrand kom je niet in de hemel.
Als het lijk helemaal is opgebrand, komt de oudste zoon en vist er nog een restje overblijfsel uit de brandstapel en gooit die de Ganges in. (Richting de boten. Slik! Dat was wel ff een gekke gewaarwording als er een stukje mens naar je toe wordt geslingerd.) Dan vult hij een aardewerken kruik en gooit die op de brandstapel. Daarmee is de ceremonie afgesloten en gaan de mannen terug naar huis waar de vrouwen zijn.
Dan gaat de laagste kaste aan het werk. Half verkoold en gloeiende houtbrokken wordt even is de rivier gedoofd, zodat het mee naar huis kan om het avondeten op te koken of nog te verkopen op straat. Ook de mooie kleuren doeken en bamboe draagbaar worden hergebruikt of verhandeld. Al het overgebleven as van de brandstapel wordt gezeefd op gouden tanden of sieraden. Daarna wordt overgebleven as stapel de Ganges in geveegd. De kinderen van de laagste kaste duiken dan de rivier in met magneetjes aan een touwtje en hopen zo nog iets van waardevol metaal uit het water te hengelen.
Er zijn alleen een paar uitzonderingen. Zwangere vrouwen en kleine kinderen mogen niet verbrand worden omdat de ziel nog niet volgroeid is. Die worden met een soort molensteen principe in het midden van de Ganges overboord gelegd en zinken naar de bodem.
Dan heb je nog de mensen met slangenbeten (Cobra’s vooral). Omdat die mensen dood lijken en soms toch weer wakker worden, worden zij op een vlot gelegd en de Ganges opgeduwd. De stroming van de rivier neemt ze mee zodat ze nog de kans hebben, als ze wakker worden. Een eind stroomafwaarts zitten sadhu’s (priesters), die alsnog de verbranding doen als ze toch echt dood blijken te zijn.
Terwijl er een af en aanvoer van nieuwe hemelgangers is bekijken we dit bijzondere ritueel vanaf een bootje op het water, terwijl de rode zon langzaam rijst boven de horizon en de stad oplicht.
’s Middags zwerven we rond door de smalle smerige en kleurrijke straatjes van de bizarre stad. We bezoeken nog een paar tempels, de markt, de ghats, en de beroemde Aarti ceremonie. Het is een ceremonie waarbij je kleine olielampjes offert en die dan op de rivier laat wegdrijven. We bekijken de rituelen ceremonie van zeven priesters vanaf het water. We steken onze eigen olielampjes aan en doen ons eigen drijfkaarsjes ritueel. Langzaam drijven ze met de stroming mee richting de eeuwigheid.
Uiteindelijk worden we terug geroeid over de heilige en bijzondere Ganges, terwijl alle lichtjes van de stad reflecteren in de rivier. Helemaal leeggezogen zijn we van alle indrukken, verwondering en emotie.
We overdenken de dag op het dakterras met een heerlijk kopje masala thee. Eigenlijk kan je het niet beschrijven, maar zou je dit zelf een keertje moeten ondervinden. Hoe ontzettend onwerkelijk deze stad is!